De Waddenkust staat vanuit het oogpunt klimaatverandering voor grote uitdagingen op het gebied van waterveiligheid en waterbeheer (waaronder verzilting), leefbaarheid, landbouw, natuur, recreatie en toerisme en havenontwikkeling. Vanuit het IKW zetten we actief in op het aanpakken van deze uitdagingen door ondersteuning te bieden aan verschillende gebiedsontwikkelingen langs de kust. De gebiedsontwikkeling Holwerd aan Zee is daar een van en laat goed zien dat dergelijke ontwikkelingen complex zijn, vragen om een lange adem en tijdens de looptijd vaak aan verandering onderhevig zijn.
Een uniek plan
Het is al weer 10 jaar geleden dat vier mannen uit Holwerd voor het eerst bij elkaar komen. Holwerd is aangemerkt als krimpdorp. Het dorp loopt leeg, voorzieningen verdwijnen en verpaupering dreigt. Het dorp doet aan als een plek waar het leven uitgeblazen is. Marco Verbeek, Hessel Hiddema, Theo Broersma en Jan Zijlstra – beter bekend als de Mannen van Holwerd – willen dat veranderen. Ze komen met een uniek plan. Een gat in de dijk maakt van Holwerd weer een bruisend terpdorp aan de Waddenzee. Een plek waar je niet langer langsrijdt als je naar Ameland gaat, maar een dorp dat je wilt bezoeken en waar je wilt blijven.
Getijdenmeer, vogeleilanden, een jachthaven en boulevard
Om de teloorgang van Holwerd te keren werken de mannen hun plan uit. De dijk wordt doorgestoken ter hoogte van de pier naar Holwerd, er komt een toegangsgeul, waardoor het dorp permanent bereikbaar is vanaf het Wad én er ontstaat een getijdenmeer, waar naast recreatie ook ruimte is voor natuur. Vogels vinden er voedsel in de slibranden, kunnen broeden op twee vogeleilanden en er ontstaat nieuwe kweldernatuur. Daarnaast krijgt Holwerd een eigen boulevard en jachthaven voor de recreatievaart én kan de cultuur- en natuurtoerist terecht in een van de natuurhuisjes langs de rand en op de eilanden van het getijdenmeer. Kortom een plan dat goed is voor de economie van het dorp en voor de natuur van het Waddengebied. Zie figuur 1 voor een impressie van het eerste plan.
Kansen voor de landbouw
Met de uitvoering van het plan moet een deel van de landbouwgrond naast het dorp worden opgegeven om ruimte te bieden aan het getijdenmeer. Naast de natuurlijke en recreatieve impuls die het plan oplevert, mag de landbouw er echter niet op achteruit gaan. Ook daar houdt het plan rekening mee. De boeren uit de omgeving kunnen profiteren van het inkomend slib dat – om het getijdemeer open te houden – moet worden gebaggerd. Dat slib kan worden gebruikt als bodemverbeteraar voor de landbouwgrond in de omgeving, of om de dijken en de vruchtbare landbouwgrond achter de dijk op te hogen en het achterland ook in de toekomst te beschermen tegen de zee. De percelen die direct aan het getijdenmeer grenzen kunnen worden gebruikt voor de teelt van zilt tolerante gewassen.
Prijskaartje
Om het plan werkelijkheid te maken is geld nodig. Er wordt een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd in opdracht van het toenmalige Programma Rijke Waddenzee. De kosten voor het project worden geraamd op 148 miljoen euro vanuit de gedachte dat met het slim vol en leeg laten lopen van het binnenmeer, delen van de vaargeul naar Ameland bij eb schoongespoeld worden. Een mooie plus waardoor bespaard wordt op de hoge jaarlijkse baggerkosten. Na doorrekeningen blijkt dat de bijdrage aan het doorspoelen van de grote vaargeul heel beperkt is, maar de aanvoergeul door de kwelder kan – met het water uit het meer – wel open gehouden worden. Met dit scenario op zak wordt naar budget gezocht bij verschillende instanties, waaronder het IKW-WF. Al snel kan het plan rekenen op 45 miljoen euro aan toezeggingen (het Droomfonds 15 miljoen, de provincie Fryslân 10 miljoen, de gemeente 5 miljoen, het Rijk 7 miljoen en het IKW-Waddenfonds 8 miljoen) en lijkt het plan steeds realistischer te worden.
Twijfels
In de periode daarna laten nieuwe rapporten een ander beeld zien dan in het eerste plan is uitgewerkt. Zo schrijven Deltares en Arcadis in 2021 dat er te weinig zoet water vanuit het vasteland wordt aangevoerd om de verhouding zoet- en zoutwater in balans te houden. Ook blijven er twijfels of het getijdemeer met het regelwerk goed genoeg werkt om het meer en de aanvoergeul voldoende open te houden. Immers Holwerd aan Zee ligt op het wantij (bij wantij is er wel sprake van eb en vloed, maar nauwelijks van stroming). Verder is het de vraag of een rechte aanvoergeul met boten door het N2000 gebied wel vergunbaar is en recreatievaart in de vaargeul wel veilig is.
Holwerd aan Zee 2.0
Op basis van de nieuwe inzichten wordt het plan aangepast. Het doel van meer ‘reuring in het dorp’ met de natuur van de Waddenzee als drager, blijft. Ook het basisidee van een aanvoergeul en het getijdemeer aan de rand van het dorp blijft hetzelfde. Wel verdwijnen de boten, evenals een grootschalige zoet-zoutovergang vanwege gebrek aan aanvoer van zoetwater. Er worden verdiepende deelonderzoeken gedaan ter onderbouwing van een meer natuurlijke verbinding tussen de Waddenzee en het getijdenmeer. Daarnaast wordt extra onderzoek gedaan naar de waarde van slib als grondstof, de vergunbaarheid en de financiering van het plan, het eigendom, beheer en onderhoud en de nautische veiligheid. Er wordt een nieuw natuurlijker geulenstelsel door de kwelder ontworpen dat beter past bij het systeem van de Wadden. Buitendijks wordt de kwelder op grote schaal verjongd en de bestaande klutenplas met broedeiland wordt aanzienlijk vergroot. Tegelijk wordt een meer extensief en natuurlijk recreatief profiel uitgewerkt en getoetst bij planontwikkelaars vanuit de recreatieve sector, om na te gaan welke belangstelling er vanuit de markt is.
Het gat in de dijk
Om te voorkomen dat het getijdemeer en de aanvoergeul dichtslibben is in 2022 door Wing en Witteveen+Bos onderzocht hoe het geulenstelsel in de praktijk gaat werken qua aanslibbing, taludvorming en meandering. De uitkomsten zijn positief. De aanvoergeul blijft op diepte door het getijdenmeer in combinatie met het regelwerk in de dijk. Wel leidt de grote opening in de dijk tot andere uitdagingen, zoals de noodzaak de kades rondom het getijdemeer flink te verhogen om aan de normen van waterveiligheid te voldoen. Vismigratie blijft mogelijk, ook al is van een grootschalige zoet-zoutovergang met een zoetwaterlokstroom, zoals in het eerste plan, geen sprake meer. De extra verzilting lijkt mee te vallen door de samenstelling van de bodem en kan worden opgelost door maatregelen die de negatieve effecten hiervan voorkomen of verminderen.
Positieve Kosten baten analyse
In de eerdere kosten- en batenanalyse (MKBA) uit 2021 van Witteveen+Bos, wordt gesteld dat de investeringen niet opwegen tegen de baten. Volgens het ingenieursbureau kosten beide varianten meer dan ze opleveren. In 2022 laat de Stuurgroep Holwerd aan Zee, op basis van de natuurlijker variant van het plan (Holwerd aan Zee 2.0), de toeristisch-recreatieve positionering van Holwerd aan Zee verder uitwerken door bureau Ginder. En juist dat aspect zorgt voor een significante toename aan de batenkant van de MKBA. Zelfs zonder een doorvaarbare verbinding is het economisch perspectief positief, met name als gevolg van de verblijfsrecreatie. Dit neemt niet weg dat er nog een plus op de plus kan worden gezet door het maritieme karakter van Holwerd aan Zee terug te brengen in het plan. Een verbinding in de zeedijk die wel doorvaarbaar is, zou volgens de MKBA namelijk nog een extra economische injectie opleveren. Tegelijk leidt dit weer tot vragen over de vergunbaarheid en nautische veiligheid.
Zwaar weer
Eind 2022 worden de nieuwe, meer natuurlijke plannen voorgelegd aan Gedeputeerde en Provinciale Staten. Op dat moment zijn Wetterskip en LTO uit de stuurgroep van Holwerd aan Zee gestapt. Het Wetterskip houdt zorgen over het goed kunnen regelen van het Eigendom, Beheer en Onderhoud (EBO). LTO blijft, ondanks de onderzoeken van Acacia Water, zorgen houden over de extra verzilting. Het biedt beide partijen op dat moment te weinig perspectief om in de stuurgroep te blijven. Die signalen werken door in de politiek en verschillende Friese bestuurders worden kritisch over de investering en de haalbaarheid van het plan. Het zorgt ervoor dat in februari van 2022, binnen de provincie Fryslân, de vraag opkomt of ze achter de plannen blijven staan. Gedeputeerde Staten geeft een negatief advies af over het project, maar uiteindelijk besluiten de Provinciale Staten om het project nog een kans te geven. Er wordt afgesproken verder te gaan met het uitwerken van een natuurlijkere variant van het project, met speciale aandacht voor het EBO-vraagstuk en de financiering van de plannen.
Van droom naar werkelijkheid
Inmiddels is het laatste kwartaal van 2023 begonnen. Projectleider Kees van Es vanuit Wing en initiatiefnemer Marco Verbeek zijn nog steeds positief en zijn beiden overtuigd dat Holwerd aan Zee doorgaat. Van Es: “In de afgelopen jaren zijn er op de inhoud veel stappen gezet en zijn veel vragen beantwoord. Er is ontzettend veel onderzoek gedaan en daarmee zijn veel onzekerheden weggenomen. De spanning zit hem nu rond het EBO en de financiering, maar ook rond de businesscase van de recreatie. Immers de recreatie is voor een belangrijk deel de basis voor de baten van het plan en het behoud van voorzieningen. Kortom stappen projectontwikkelaars ook bij een meer natuurlijker variant van het project, hoe ziet die recreatie eruit en wat betekent dat voor het dorp en de ruimtelijke kwaliteit? Daarnaast hebben we het ook over het beheer en onderhoud. Wie doet wat en hoe krijgen we het geld hiervoor op het kleed.” Verbeek vult aan: “ Tien jaar geleden startten we met een droombeeld. Verschil met nu is dat het onderbouwd is. Het is geen droom meer. De bandbreedte wordt steeds strakker en inhoudelijk maken we goede stappen. Bovendien professionaliseert de stichting. Zo hebben we nu een Raad van Advies en zijn er zeven werkgroepen bezig met het beantwoorden van de overgebleven vraagstukken .”
Technisch haalbaar
Er ontstaat steeds meer duidelijkheid over wat wel en niet kan met betrekking tot Holwerd aan Zee. Daarmee wint het plan aan realisme. De oorspronkelijke doelen om de regio een impuls te geven, staan nog steeds overeind en zijn technisch haalbaar. Van Es: “De droom van Holwerd aan Zee is om de regio nieuw perspectief te geven. Het fysieke Holwerd aan Zee is hiervoor het middel, maar niet het doel. Het doel is toekomstperspectief voor het gebied, waarbij de natuur en de beleving van het Waddengebied de drager is. Tegelijk zijn we niet blind voor de uitdagingen die zo’n plan op deze plek met zich mee brengt. De kunst is dit goed te verbinden met de aanstaande dijkversterking en de wens om de leefbaarheid, de recreatie en de natuur in de kustzone te versterken.” Kortom het plan is technisch haalbaar, waarbij de zoektocht voor financiële dekking steeds urgenter wordt. Op dit moment is daarom een aanvraag bij het IKW-Waddenfonds in voorbereiding.